vrijdag, augustus 03, 2007

De wandelaar

Hij verliet zijn huis en dacht: het is niet
zeker dat ik het bij terugkeer vinden zal;
hij ging op weg en kwam in een gebied
waar het gebouwde schijnbaar in verval

geraakte: zwaar en lustig zwaaide de bal
van lood en sloeg en beukte nokken, daken,
de sterke balken en de muren die in hun val
tot puin en stof nog twee keer braken,

en zonder stut of steun wachtte de kerk
waarop te lezen stond: ‘overwin het kwade
door het goede’ - en zwijgend keek hij toe

en dacht de werken van de geest zijn sterk
maar het sloopbedrijf kent geen genade
en gaande dacht hij overwin, maar hoe?

Geen opmerkingen: