maandag, augustus 22, 2005

Uilenroep

Wie of wat de wereld schiep,
een god, de oerknal, toeval,
het was een godenkind dat riep
over de hoogten van het dal.

Ik hoorde het toen ik nog sliep,
zijn heldere roep klonk overal,
van dichtbij en van heel diep,
vanuit de verten van ’t heelal.

Was het een kreet, een lied?
Een oude roep, nog onverwacht,
zoals een tijding wordt gebracht?

’t Klonk één keer, heel de nacht.
En heel de nacht heb ik gewacht
dat het zich nog eens horen liet.

vrijdag, februari 18, 2005

In Vlaardingen

In een door moderne tijden
onaangetaste zaal in Vlaardingen,
de Harmonie geheten,
wanen we ons als bejaarden
in de jaren dat jazz & poetry
elk moment kon toeslaan.

Iedereen die durfde was dichter,
jazz een religie. Weinig was nodig
om de vlam van woorden te ontbranden
aan de keel van een waaghals
die zich tevoren urenlang in een hoek
van het café had stilgehouden.

Nu, als door een naald gestoken,
springt als vanouds
de dichter Simon V. als
een komeet door de kosmos
van het podium: ‘Het gebeurt!
Hier! Vandaag! Om je heen! Nu!”

En wij, toeschouwers, niet de
dichters geworden die we waren,
wij zijn stille luisteraars,
mannen en vrouwen, vaders,
die voor nostalgie betalen
en zich afvragen:

Waar, Simon, waar gebeurt het?
En wat?

(1986)

zie: http://wdka.hro.nl/~0542361/index.html

vrijdag, februari 11, 2005

De dronken boot

Toen ik dan meedreef op de rustige Rivieren,
Kon ik de slepers op het pad niet meer verdragen:
Roodhuiden hadden hen naakt en met luid tieren
Als schietschijf aan de bonte totempaal geslagen.

Onverschillig was ik voor bemanning aan boord,
Volgestouwd met Engels katoen of Vlaams graan.
Toen met de slepers ook die kreten waren gesmoord,
Lieten de Stromen mij drijven waar ik wilde gaan.

Dover dan een kinderziel, die winterdagen,
Snelde ik door het woest geklots van de getijden
En de Schiereilanden die waren losgeslagen,
Hadden nooit van dit spektakel zo te lijden.

In de gezegende storm ben ik maritiem ontwaakt.
En lichter dan een kurk dreef ik op elk getij,
Dat, zegt men, eeuwig slachtoffers maakt,
Tien nachten liet ik de stomme bakens achter mij!

Zoeter dan kinderen zuur appelvlees zal smaken,
Drong het groene sop in mijn romp van hout en pek
En spoelde de blauwe wijn en de troep van 't braken
Weg, sloeg ook mijn anker en helmstok van het dek.

dinsdag, februari 08, 2005

Straattoneel

Op weg naar de schouwburg,
replay van Wachten op Godot,
schieten in een decor van portieken
en zijstraten de bedelaars,de
broodmagere junks,de tippelaarsters
je aan voor een euro, met teksten
die zijn ingestudeerd onder regie
van de grote regisseur Werkelijkheid.

Dit is toneel waarover dagelijks
recensies worden geschreven,
regeringsbeleid wordt gemaakt,
kamervragen worden gesteld,
waarop een industrie van zorg
en hulp en advies draait,
toneel als het echte leven
dat maar geen leven worden wil.

Soms zie je in een oogopslag
de mise-en scène van gemiste kansen,
de zucht naar een genot groter
dan lichaam en geest dragen kon,
en dan het wachten op iemand,
tot iemand wat geld geeft,
niemand meer een rol speelt,
iedereen voorbijganger is.

donderdag, februari 03, 2005

Moderne architectuur

Something is taken its course*

De Kunsthal van Koolhaas
is een van de duizend belangrijkste
gebouwen van de twintigste eeuw.

Dat staat in een boek waarin
de duizend belangrijkste gebouwen
van de twintigste eeuw worden genoemd.

Wat is een belangrijk gebouw?
Een huis, een ziekenhuis, een schuur.
Het belang zit bij de gebruiker.

In de Kunsthal van Koolhaas
valt regelmatig iemand zich te pletter
over opstapjes, drempels, trappen.

Bejaarden denderen met hun rollator
van de hellingen die door kenners
van de Kunsthal van Koolhaas

als vernuftige oplossingen van
het architectonisch en stedenbouwkundig
concept worden beschouwd.

Het is de bezoeker aan te raden
dit belangrijke en veel geprezen gebouw
niet onverzekerd te betreden.

Want de kans dat je er als invalide uitkomt
is vele malen groter
dan dat je er als invalide inkomt.


* Rem Koolhaas en Bruce Mau in O.M.A. S,M,L,XL